Als je met het vliegtuig naar een bestemming binnen of buiten Europa reist, wil je natuurlijk dat alles vlot verloopt. Daarom kan je best op voorhand eens overlopen welke documenten je nodig hebt. Controleer ook zeker of de documenten die je in je bezit hebt nog geldig zijn.

Identiteitskaart

Je identiteitskaart mag je zeker niet vergeten. Als je net voor je vertrek je identiteitskaart verliest, moet je je zo snel mogelijk aanmelden in het politiekantoor van je gemeente. Neem twee recente pasfoto’s mee. Bij het provinciebestuur kan je vervolgens een voorlopige identiteitskaart krijgen waarmee je naar het buitenland kunt reizen. Verlies je je identiteitskaart op de dag van je vertrek, dan mag je het land niet verlaten.

Reispas en visum

Als je naar een land buiten de Europese Unie reist, heb je een reispaspoort nodig. Zo’n reispaspoort blijft vijf jaar geldig, ga dus zeker na of het jouwe nog geldig is. Als je je paspoort gaat aanvragen bij de gemeente, moet je twee pasfoto’s afgeven. Neem ook je identiteitskaart mee. De afgiftetermijn bedraagt minstens 5 werkdagen, vraag je paspoort dus zeker op tijd aan. Tegenwoordig hebben ook kinderen jonger dan twaalf een eigen reispaspoort nodig.

Voor veel landen buiten de EU heb je ook een visum nodig. Dat geeft je de toelating om voor een periode in een bepaald land te verblijven. Vraag dit op voorhand na bij je reisagent of zoek het op. Je vindt de reisadviezen op de federale website van Buitenlandse Zaken.